vrijdag 28 november 2014

WITTE NEUS

Stel, je gaat naar Amsterdam als buitenlandse toerist. Dit doe je voornamelijk om het Anne Frank huis te bezichtigen en in het Rijksmuseum je overdag te vergapen aan schilderijen terwijl je op de nacht wacht. Je gaat daar natuurlijk niet heen om volkomen legaal sigaretjes te roken die gevuld zijn met pizzakruiden, of schaars geklede dames achter glas te bezichtigen. Welnee. (wist u trouwens dat die rode lampjes er zijn zodat het vlees er vers uit ziet?)

Ja, o-hof… je gaat naar het Leidseplein om de pretsigaretten helemaal over te slaan en direct aan de kook te gaan. Niet dat ik persoonlijke ervaring heb, maar het is vrij algemeen bekend dat je daar vreselijk wakker en behoorlijk agressief van wordt (en blijkbaar ook van dat je er wel pap van lust, als u begrijpt wat ik bedoel). Als dat dus het doel is van je excursie naar Amsterdam, kan je lelijk bedrogen uitkomen want er wordt (volgens de media) met regelmaat in plaats van kook witte heroïne verkocht. In een losse vergelijking is dat ongeveer van dat je in de lift naar het dakterras stapt, maar voor je het weet in de ondergrondse parkeergarage beland bent. Of: van dat je denkt op een skateboard te springen, maar op het moment dat je voeten contact maken je in een teil met 30cm superlijm staat. 

Nu zal het mij op zich worst weten wat jij als toerist met je neusgaten doet – als ik er maar niet naar hoef te kijken. Maar het probleem is nu zo ernstig dat de gemeente gemeend heeft er goed aan te doen om overal informatieve borden op te hangen om je op het hart te drukken (in wel 25 talen waaronder Esperanto en Swahili) dat je wel controleert of je echt wel kook aanschaft. Kijk, dát is weer Amsterdam ten top: Uit klantgerichtheid (want toerisme is goed) maken we de doelgroep duidelijk dat ze wel de juiste drugs moeten aanschaffen, natuurlijk.

Nu is mij wel toevertrouwd om dit soort verhalen onmiddellijk door te trekken naar een ogenschijnlijk logische, maar natuurlijk totaal uit het verband getrokken conclusie. Ik voorzie dan ook in de hoofdstad straks labels op lijmtubes met zoiets als: “Geschikt voor leer, glas, plastics, metaal. Ongeschikt voor snuiven” en bij oude jenever “drink met mate, of reserveer nu alvast een blindengeleidehond”. Ook is het dan voorspelbaar dat voor de uitgang van “die” koffieshops een wegwijzer wordt geplaatst met vermelding van het dichtstbijzijnde Ben en Jerry’s verkooppunt. Als je die niet snapt moet je er ook maar ’s een opsteken.

En waarom alleen met de geestverruimende middelen? Amsterdam, bekend om bijna iedere activiteit die elders verboden is (hoewel er wel dingen van de lijst zijn geschrapt, zoals bijvoorbeeld het zogenaamde palingtrekken) kan natuurlijk nog veel meer doen om de toerist goed advies te geven over zijn elders niet geaccepteerde hobby’s. Ik stel dan ook voor dat men zich terdege vergewist van de echte status van die dame achter glas, waarbij ik ook ruimte zie voor een van gemeentewege aangebracht gevelbord waarop staat: “echte, niet gesmokkelde of onder druk gezette, uitloop prostituee”. Dan voel je je meteen een stuk veiliger.

En zeg nou niet dat ik niet zo moet ouwehoeren.

vrijdag 21 november 2014

RUIM BAAN VOOR DE ZELFONTSPANNERS

Een foto van jeselfie. Tegenwoordig heeft iedereen bijna alleen nog maar foto’s van hun eigen verschijning, blijkbaar om te bewijzen dat zij er ook echt waren. Dat werkt als volgt: je neemt je mobieltje of tablet en legt vervolgens jezelf vast voor het nageslacht (meestal VleesBoek). Van dat iedereen er dan toch ook een beetje bij kan zijn.

Vroeger was dat heel ingewikkeld want toen had je de volgende struikelblokken: Om te beginnen moest je beschikken over een fotocamera die bovendien moest zijn voorzien van een zelfontspanner (dat woord heeft tegenwoordig een hele andere betekenis, denk ik) waardoor je zelf voor je camera kon gaan staan om te bewijzen dat je echt bij de Eiffeltoren stond. Nadeel één: dan kon iemand anders je camera jatten want je stond er méters van af. Nadeel twee: Omdat je filmpje (dat is net zoiets als een SIM kaart maar je foto’s komen pas beschikbaar nadat je weer terug bent in je woonplaats zodat je het filmpje kunt inleveren bij de fotowinkel (zie: oude ambachten)) eerst dus moest worden ontwikkeld wist je pas 3 weken later dat al die foto’s onscherp/bewogen/onderbelicht waren, en nu dus niemand gelooft dat je er ook echt was, in Parijs.

Bovendien had je dan altijd een camera nodig, voor die spontane foto-momenten. En die had je nooit bij je, want die woog namelijk 7 kilo en was verpakt in een verplichte poepjensbruine Spetznatz-bestendige juchtleren paraattas. Maar met een mobieltje is dat geen probleem want daarmee is iedereen toch al bijna vergroeid, tot op het punt van dat je één plek op je lichaam hebt van circa 5 x 14 cm die in geen jaren onder de douche is geweest. Dus heb je uiteindelijk altijd de kans om jezelf vast te leggen en meteen up te looden. 

Kijk, NU ben je in Parijs, en kun je dat bewijzen met 40 foto’s waar jouw harses groot in de voorgrond staat en je boven dat omgekeerde honkbalpetje nog nét een puntje van de Eiffeltoren kan zien. Of onscherp in de achtergrond het Colosseum (staat niet in Parijs, maar wél in Rome), want al die ouwe zooi moet natuurlijk niet in de weg staan van het historische evenement dat uitgerekend jij daar aanwezig was. 

Voor diegenen die uiteindelijk meer dan een halve centimeter van de Taj Mahal willen fotograferen is er gelukkig nog wel de selfiestick, waardoor je in staat bent om die veels te dure iPhone 6 te bevestigen aan een uitschuifstok van ongeveer één meter vijftig en die dan voor je uit te steken om vervolgens…. er een randcrimineel mee weg te zien rennen. Nee, natuurlijk niet. Je maakt hem vast aan de selfiestick zodat je hem voor je uit kunt steken zodat … je iPhone 6 met een oorverdovende klap op die 1200 jaar oude kasseien in Praag lazert en je nu op zoek moet naar zo’n iPhone reparateur en leg dát maar ’s uit in het Tsjechisch. Dat laatste zou natuurlijk dan wel leuk zijn om als filmpje op YouTube te zetten. 

Maar je iPhone is stuk.

vrijdag 14 november 2014

WRAKJESAVOND

Gelukkig gebeurt er in Nederland niets belangwekkends, waardoor we nu al sinds oktober van vorig jaar een doorlopende discussie kunnen hebben over ….. (vul hier een kleur in) Piet. Dat is veel interessanter dan neergeschoten vliegtuigen, verhoogde pensioensleeftijd, frauderende ambtenaren, of naheffingen vanuit Brussel. En omdat dit onderwerp zorgt voor veel controverse is de maatschappij nu compleet ontwricht. “Wat vindt u er van dat wij straks met z’n allen langer moeten doorwerken?” “Tsja, daar moeten we het maar ’s over hebben als we helder hebben wat we nu met zwarte piet gaan doen.”

Er is geen enkele controverse over andere Sniklaas-gerelateerde zaken, natuurlijk. Geen discussie over dat strooigoed waarmee je je naam in de tafel kunt krassen, en waarvan kindervullingen nú al roepen: “Nee, ik spring zélf wel uit die minderjarige melktand”. Geen demonstraties over de merkwaardige gewoonte van Sinterklaas om stoute kindertjes tegen hun wil mee naar Spanje te nemen, terwijl zoete kindertjes bij schoolbezoek zijn staf mogen vasthouden. Geen protesten over het feit dat wij – blijkbaar – allemaal in zijn Grote Boek staan, en hoe hij dan potdorie wel aan al die informatie is gekomen.

Niemand die het logische gat ziet in van dat hij op de één of andere manier helemaal uit Spanje komt met een sleepboot die geregistreerd staat in Volendam. Of dat hij na honderden jaren nog geen seconde ouder lijkt. Ik bedoel – op zijn leeftijd moet de gemiddelde man 6 keer per kwartier naar de WC, maar de Sint? Ho maar! (Ja, of die schimmel is van boven met badstof bekleed, natuurlijk). IK zwijg nog maar over dat hij (want Grote Boek) altijd perfect zou moeten weten wat jij graag van de Sint zou krijgen, maar dat hij dan tóch altijd de bon heeft bewaard zodat je het kunt ruilen, want de kassabon heeft hij namelijk aan papa of mama gegeven.

En dat is dan alleen de Sint nog maar, want andere culturele fenomenen worden ook niet of nauwelijks onder de loep genomen. Je ziet de Partij Voor De Dieren niet op zijn of haar achterste poten staan over vermeend rendiermisbruik door de Kerstman, en er vaart ook nooit een Greenpeace boot uit om zijn dwangarbeid onder de elven op de Noordpool aan de kaak te stellen. Een weerloze haas met honderden eieren laten schleppen? No problemo! Want: leuke traditie.

“Ja maar”, zult u zeggen (of had u kunnen zeggen), “Sinterklaas is toch helemaal niet è-hecht? Dat is toch maar omdat het een leuk verhaal is voor de kindertjes? Een aardige traditie, waar meneer Bart Smit elk jaar weer een vers motorjacht met bijpassende valse ruimbeborste en dungestringde vriendin aan overhoudt?” Maar, dan hebben wij toch die Piet ook gewoon zelf beda-hacht, denk ik dan. En dan kan ik me niet voorstellen waarom mensen die allemaal ruim de leeftijd te boven zijn om hun schoentje (nou ja…TJE?) te zetten het moeten verstjieren voor die kinderen die nog alle tijd hebben om later zelf ook spijkers-op-laag-water vindende zeurkanissen te worden.

Goed - nu we dit van tafel hebben kunt u rustig overgaan tot het in één keer leeggrazen van de advent kalender. Bon appétit!

vrijdag 7 november 2014

OPERATIE BITTERBAL

Hebben ze een keer een stukje klantvriendelijkheid aan de medische sector toegevoegd, wordt het meteen onderuit gehaald. Ik bedoel: meestal als je in het ziekenhuis onder het mes moet dan is dat een serieuze zaak. In Zwolle kun je daar een patatje bij krijgen, is onlangs ontdekt. Dat ludieke initiatief is helaas ten einde. Even serieus: bij het Isala ziekenhuis in Zwolle hadden medewerkers blijkbaar binnen het OK-blok een “frituurkamer” geïnstalleerd. Om onderzoek te voorkomen hadden zij op de deur vermeld dat er ebola gevaar zou zijn. 

Kortom: je gaat naar het ziekenhuis om geopereerd te worden. Onderweg naar de OK denk je ineens: “verrek! Ik ruik bamischijven!”. Dat is best verontrustend, natuurlijk. Maar dan: grote opluchting. Want er IS helemaal geen frituur; je ziet op de deur staan dat er ebola gevaar is. Geen friet, wél ebola. Dan ga je pas met een gerust hart je operatie tegemoet. En die dokters zich maar afvragen waar ineens die hoge bloeddruk vandaan komt. 

In ander ziekenhuis-gerelateerd nieuws: als je één dezer dagen toevallig naar de eerste hulp moet om een gênant voorwerp uit een – zo mogelijk – nog gênantere lichaamsopening te laten verwijderen, trek dan wel iets fatsoenlijks aan. In Spits nieuws stond een verhaal over iemand die zoiets bij de hand had en voor verwijdering aanklopte bij een naburig hospitaal. Aldaar aangekomen werd de hele operatie niet alleen gefilmd, maar vervolgens ook later online gezet ter lering ende vermaek. Dus even onthouden: vandaag “verstoppertje gespeeld” betekent morgen internetreputatie.

Dat klinkt natuurlijk in eerste instantie hilarisch, maar het zal je maar overkomen. Het feit dat dokters er geen been in zien (freudiaanse verspreking, ben ik bang) om privé beelden van patiënten online te zetten geeft eigenlijk al iets aan over hoe de heren (en dames) medici écht over hun patiënten en hun recht op privacy denken. Het woord vertrouwensarts wordt dan meteen een contradictie. Zitten ze dan in hun vrije tijd daar ook de bewakingscameravideo’s (scrabble score!) te bekijken terwijl ze een portie verse bitterballen en friet naar binnen werken?

En dat is dan nog een ziekenhuis. Stel je voor dat je straks op YouTube een soort van “Pater Josephus Klapt Uit De Biechtstoel” kanaal krijgt omdat er op kosten van het Vaticaan een camera is geïnstalleerd op de plek waar u uw meest diepe ontboezemingen doet. Kom je ineens jezelf (of iemand die je kent) tegen met een gemompelde verklaring over dat je graag damesondergoed draagt (is voor dames niet zo gênant natuurlijk), en iets hebt met kinderboerderijen en je moet ineens van alles uitleggen aan kennissen en werkgevers. Nee, dat digitale tijdperk is echt een toegevoegde waarde.

Dan heb ik toch liever een ziekenhuiskroket.