vrijdag 26 september 2014

EEN BEDRIJF WAAR MEN MINDER HEIT

(Uit: NU.nl) ” Telecombedrijf KPN is al zo'n twee jaar gestopt met het voortrekken van vrouwen voor hoge functies. De reden is dat de ''focus op vrouwen'' ten koste ging van hoger opgeleide allochtone mannen. Dat heeft KPN-directeur Jasper Rynders gezegd in een interview met het blad Intermediair. "Gegeven de snelle verkleuring van de Nederlandse samenleving is dit een onwenselijk bijeffect. Vanuit verschillende groepen hebben wij te horen gekregen dat ze dit een zeer kwalijke zaak vinden", aldus Rynders.”

Uiteraard is het zeer waarschijnlijk dat niet alleen KPN met dit soort afwegingen te maken heeft, maar dat in veel grote bedrijven dezelfde stoelendans plaats vindt. Wat dan wel weer interessant is, is dat we volgens dit proces dus om de paar jaar een andere groep moeten voortrekken, want vóór je het weet hebben we weer zoveel hoger opgeleide allochtone mannen in de directie dat bijvoorbeeld de groep Roodharige Boeddhisten in het gedrang komt. En: vroeg of laat komt dan het moment waarop het voordeel van de twijfel weer gaat naar Normale Mannen Die Een Schooldiploma Hebben.

In de tussentijd hebben we dus wel te maken gehad met dat hoogst geschikte maar helaas met verkeerde onderdelen uitgeruste kandidaten zijn afgewezen puur en alleen omdat zij niet beantwoordden aan het politiek correcte ideaal. Dat is dan best wel zuur, zeker nu blijkt dat die idealen inmiddels weer met dezelfde slechte onderbouwing zijn omgeschakeld naar iets dat momenteel (en ik bedoel dus: op dít moment) wenselijk lijkt, waardoor je al die eerder aangestelde kandidaten ook gelijk weer bestempelt als een soort flavor-of-the-week. Nee, dàn voel je je gerespecteerd.

Vroeger (“daar hebbie ‘m weer met z’n “vroeger””, hoor ik u denken) hadden wij een ongelofelijk primitief systeem voor die dingen. Toen moest een potentiële werkgever zich behelpen met compleet achterhaalde begrippen zoals “gerelateerde vaardigheden”, en “relevante opleiding”, of – zo mogelijk nóg dommer: “meest geschikt voor deze baan”. Kijk, op die manier blijft het altijd maar gokken dat je een vacature goed gevuld krijgt. Voordat je het weet heb je een bedrijf met vakbekwame werknemers waarbij geslacht, uiterlijk, geloofsovertuiging, geaardheid, et cetera van ondergeschikt belang zijn. Daar moeten we wel voor waken, natuurlijk.

Uit de vorige alinea blijkt glashelder dat het veel eenvoudiger is om een kunstmatig systeem te bedenken waarbij de verwachting is dat je met de verkeerde argumenten uiteindelijk wél de beoogde resultaten bereikt. Zo van: “wat ik wil bereiken is dat ik morgen niet in Enschede, maar in plaats daarvan in Rotterdam ben. Om dat resultaat te krijgen heb ik 3 bruine schoenen en een pond basterdsuiker nodig.” Dat idee van die trein is hopeloos verouderd, en bovendien onnodig krenkend voor basterdsuiker, want die voelt zich al gepasseerd genoeg. 

Het spreekt vanzelf dat ik zeker vindt dat iedereen een gelijke kans verdient, en dat discriminatie op grond van voornoemde kenmerken uit den boze is. Waarom zou een vrouw minder geschikt zijn voor een vacature dan een man? (En nou niks zeggen over “spermadonor”, voor de bijgoochems). Is een Eskimo een betere manager dan een Somaliër? Dan zul je toch eerst moeten vertellen welke Eskimo, en welke Somaliër. 

En alleen maar meten met de meetlat voor minderheden werkt ook niet, want dan ben ik er óók een - gezien het feit dat er van mij maar één is.

vrijdag 19 september 2014

ER ZIT NOG GEEN SCHOT IN

Nadat 55% van alle Schotten gisteren met hun rode potlood hebben gewapperd blijft het Verenigde Koninkrijk voorlopig voortbestaan in de huidige configuratie. Met andere woorden: Schotland wordt niet onafhankelijk. Uiteindelijk was het wel zo dat Schotten die in het buitenland wonen niet mochten stemmen (Inclusief Schotten die in Engeland wonen, hetgeen natuurlijk compleet onlogisch is), en ook ondanks dat alle stemmen nog niet geteld zijn en dat er nu al sprake is van verkiezingsfraude in onder andere Glasgow. Waaruit maar blijkt dat dit referendum minstens even goed georganiseerd is als de gemiddelde verkiezing in Afrika.

Voorlopig is het idee van Schotse afhankelijkheid dus gekilt. geKILT. Ja, met mij ken je lachen. Het is nu natuurlijk wél te verwachten dat we binnenkort weer de onafhankelijkheidsstrijd van Friesland in de media gaan zien. “Friese vrijheidsstrijders namen vanochtend Bolsward in, slechts gewapend met koffiemelk en braadharing. Er was relatief weinig weerstand”. Dat kun je natuurlijk ook wel verwachten want, óók niet van de agenda te vagen: de super provincie die zou bestaan uit Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland. Ook dat idee werd onlangs verworpen, om 10 dagen later gewoon weer op de agenda te verschijnen alsof er nog nooit over vergaderd was, net zoals zo’n plakbandje dat eerst aan je vinger zit, en dan aan je manchet, en daarna ineens aan je oor, en dan aan je schoen.

Als ze nou een beetje slim zijn beginnen de Groningers ook aan een onafhankelijkheidsstrijd (scrabble score!), want dan kunnen ze hun gas eindelijk eens met winst aan de rest van Nederland verkopen. Waarmee ze dan hun “ingezakte” economie weer kunnen opkrikken. Ja, met mij ken je lachen. Maar: dat wist u al. Wij zwijgen nog maar over die provincies waar ze sowieso al een andere taal spreken, zoals Limburg. Alleen hebben die natuurlijk al die steenkool allang verkocht, zodat er behalve vlaai weer weinig over blijft om te exporteren. Aan de andere kant krijgen ze er dan wél weer een drielandenpunt bij (Noord Brabant, Gelderland, en het Koninkrijk Limburg onder leiding van Prins Carnaval de 1ste)

Wat (om weer naar het begin terug te gaan) wel weer interessant is, is dat van Schotland – waar zelfs de Romeinen hun vingers niet aan hebben gebrand – ineens niet meer af te komen is. Dat komt door diverse dingen: A: het zit hartstikke aan Engeland vast, dus je kunt het niet zomaar de Noordzee in duwen, zeg maar. En B: Schotland beschikt over essentiële levensbenodigdheden, zoals whisky, en ook materialen om bijvoorbeeld dijken mee te verstevigen, zoals haggis. Bovendien (dat wist Monty Python al) zijn Schotten essentieel om de Engelsen in Wimbledon te laten winnen, voornamelijk omdat zij (Schotten dus) niet kunnen tennissen.

Als straks blijkt dat na het écht tellen van écht alle stemmen, én het oplossen van de vermeende verkiezingsfraude in Glasgow, dat Schotland uiteindelijk inderdaad gewoon bij het Verenigd Koninkrijk blijft, zou je kunnen zeggen dat het een hoop gedoe was dat niets heeft opgeleverd. Maar dat is niet zo, want ík had deze week geen inspiratie voor een column. 

Die is er nu wél. Ik bedoel maar.

vrijdag 5 september 2014

HULP EN LOOS

“Dat kan ik niet, want ik ben niet technisch”, zei de klant als antwoord op mijn vraag welke lampjes er op het modem brandden. Het deed mij een beetje denken aan hoe je steeds meer ziet dat mensen de verwachting hebben dat een ander het wel voor ze gaat doen, wat “het” dan ook mag zijn. We worden met z’n allen steeds hulpelozer. Nou werk ik natuurlijk wel op een helpdesk, maar toch. Als je in één klap de hele maatschappij wilt ontwrichten hoef je alleen maar het 3G of 4G netwerk een halve dag uit te zetten.

Bij licht nadenken over dingen die de gemiddelde Neder- of Medelander 10 jaar geleden nog zonder probleem aankonden kwam ik al snel met een lijstje vragen waar het antwoord radicaal op veranderd is. Bijvoorbeeld: “wat doe je als je een lekke fietsband hebt?” werd in 1999 nog beantwoord met: “Je plakt hem.” Anno 2014 is dat: “Je chartert iemand met een auto om je fiets naar Halfords te brengen.” “hoe kook je een ei?” was snel opgelost met: “je legt het een aantal minuten in kokend water (afhankelijk van hoe hard of zacht).” Nu is dat: “dat staat op Wikipedia”.

Niet dat ik nou zo’n grote fan van de Goede Ouwe Tijd ben, maar je kon tenminste nog eens iets bereiken zonder dat je er het internet voor nodig had. Of dácht te hebben, want een bandje plakken blijft uiteindelijk toch een niet-elektronisch proces, net zoals een eitje koken. Maar blijkbaar vertrouwen we het niet meer als we niet eerst ergens kunnen lezen dat het wel klopt, allemaal. Kijk, ik weet wel dat de Lidl om de hoek is, maar voor ik de deur uit ga wil ik dat graag bevestigd hebben door mijn TomTom, want díé heeft altijd gelijk. Als mijn TomTom zegt dat hier een straat is, dan klopt dat - ook al loop ik tot m’n enkels in een modderig weiland. Ik ben zelf natuurlijk net zo verwend, maar ik realiseer me in elk geval soms dat we ons zó afhankelijk hebben laten maken van al die Aaipets en Wikidinges en Koekels dat we bijkans hulpeloos zijn als de batterijen leeg zijn.

Op die manier vinden we dus moeiteloos de langste omweg naar de oplossing van ieder probleem, want enig vertrouwen in het eigen beoordelingsvermogen is er niet meer. Dat gezonde boerenverstand waar we vroeger prat op gingen is vervangen door de knagende onzekerheid dat als je het niet eerst hebt opgezocht, het dus ook niet zou moeten kunnen.

Ik denk zelfs dat als het nog even zo door gaat we straks alleen nog maar in een leunstoel blijven zitten en driemaal daags onze mond open doen in de verwachting dat iemand (niet wij) er eten in stopt. Ik zwijg nog maar over het fenomeen ontlasting. Zo van: “ik ben nu klaar met poepen, en ga eens googelen wat nu de volgende stap is.” Op dat moment kom je er dan achter dat de papierloze maatschappij een hopeloze utopie is, en moet je vervolgens wel zeven keer je handen wassen.

Hoe dát dan weer moet staat gelukkig op het internetforum van Zwitsal.